Een van de meisjes knikte trillend. « We hebben bij iedereen aangeklopt… maar niemand liet ons binnen. » Haar stem brak. « Kunnen we alsjeblieft ergens warm blijven vannacht? »
Daniels hart kromp ineen. Hij had niet veel – alleen een tweekamerappartement met tweedehands meubels en stapels rekeningen op de toonbank. Maar hij wist ook hoe het voelde om afgewezen te worden.
Hij zuchtte, trok zijn jas uit en hing die over hun schouders. « Kom mee, » zei hij zachtjes. « Jullie kunnen bij ons blijven. Alleen voor vannacht. »
Thuisgekomen stak hij de kachel aan en maakte warme chocolademelk met het laatste beetje cacaopoeder dat hij had. De meisjes – Lily en Claire – zaten gewikkeld in dekens en fluisterden tegen elkaar terwijl Ethan zijn speelgoed deelde.
Toen Daniel vroeg waar hun ouders waren, zei de oudste: « We weten het niet. Papa is ons gaan zoeken toen de auto het begaf… maar hij kwam niet terug. »
Daniel vroeg niet meer. Hij stopte ze gewoon in en zei dat ze nu veilig waren.
Wat Daniel niet wist, was dat de vader van de tweeling een van de rijkste mannen van het land was – een miljardair die al sinds de ochtend koortsachtig naar hen op zoek was. En door zijn kleine huisje en zijn vriendelijkheid aan te bieden terwijl iedereen hen afwees, was Daniel zojuist in een verhaal gestapt dat zijn leven voorgoed zou veranderen.
De volgende ochtend werd Daniel vroeg wakker van het geluid van kletterende pannen. Hij trof Lily en Claire aan in de keuken, waar ze onhandig probeerden Ethan te helpen met het maken van roerei. Ze giechelden om hun mislukte pogingen en even voelde het appartement lichter aan, alsof Daniels worstelingen vergeten waren.
Toch wist hij dat ze niet eeuwig verborgen konden blijven. « Weten jullie de naam van jullie vader? Of misschien een telefoonnummer dat ik kan bellen? » vroeg hij terwijl hij de borden op tafel zette.
De tweeling wisselde een nerveuze blik uit. Uiteindelijk fluisterde Claire: « Hij heet Richard Bennett. »

Daniel verstijfde. Hij herkende de naam meteen: Richard Bennett, de miljardair en vastgoedmagnaat wiens gezicht vaak in het nieuws was. Daniel kon niet begrijpen waarom zijn dochters alleen in de regen rondliepen.
Omdat hij niet wist wat hij moest doen, besloot Daniel hen na het ontbijt naar het plaatselijke politiebureau te brengen. Maar toen hij dit ter sprake bracht, schudden beide meisjes heftig hun hoofd.
« Nee! Neem ons daar alsjeblieft niet mee naartoe! » riep Lily. « We wilden gewoon dat iemand om ons gaf, niet om wie onze vader is. Iedereen behandelt ons anders als ze het weten. Jij niet. »