Al in juli herhaalden de parlementsleden die belast waren met de bestudering van het wetsvoorstel dat deze ene sociale uitkering geen volledige samenvoeging van uitkeringen zou betekenen, maar eerder een harmonisatie van de berekeningsregels en een aanpassing van de uitkeringsschalen. Volgens de gepresenteerde scenario’s zou de hervorming kunnen leiden tot een daling van het armoedepercentage met 0,6 tot 1,1 procentpunt.
De parlementariërs benadrukten echter de noodzaak om ervoor te zorgen dat de levensstandaard van geen enkel huishouden met een laag inkomen zou dalen na de invoering van de hervorming, ongeacht of ze wel of niet werkten. Ze riepen ook op tot een grondige evaluatie van de concrete effecten ervan op de doelgroepen.