De familie trok haar eigen conclusie. Vóór de verdwijning had Julián ruzie gehad met een voormalige expeditiepartner, Aitor, die hem publiekelijk had beschuldigd van diefstal van een gezamenlijk fotografieproject. Hun breuk was bitter en openbaar geweest.
Onderzoekers ontdekten dat Aitor zich in de Pyreneeën bevond in dezelfde week dat Julián verdween – iets wat hij nooit had verteld.
Ondertussen ontdekten de teams een smalle uitgang aan de bovenkant van de kloof, die leidde naar een afgelegen bosgebied. Verborgen onder bladeren vonden ze een primitieve, oude kampeerplek: een vuurplaats, een roestig mes en verspreide voedselverpakkingen.
En daartussen vond men de meest hartverscheurende vondst: een klein schoentje. Van Clara. Samen met wat restjes van haar kleding.
Maar geen botten.
Ze was daar niet gestorven.