Maar wat de artsen verrast, is de zachtheid van het gebaar: het zijn geen stuiptrekkingen of spasmen. De beweging is langzaam, vloeiend, bijna weloverwogen. Alsof het lichaam de ziel op haar vlucht begeleidt.
Een symbool van loslaten. Psychologisch gezien zou het opheffen van de armen een onbewust gebaar van bevrijding kunnen zijn. Alsof de persoon zich, in een impuls van acceptatie, zonder angst aan die overgang overgeeft.
Voor dierbaren is dit moment vaak een opluchting:
Dat gebaar stelde me gerust. Ik voelde dat ze op hem wachtten, dat hij in vrede vertrok.
Gebaren die het essentiële zeggen… zonder woorden.
De zorgverleners die deze momenten begeleiden, vertellen over een unieke sfeer: een vredige stilte, een heldere blik, soms een laatste glimlach.
Deze gebaren, hoe discreet ook, blijven in het geheugen van families gegrift. Ze bieden, te midden van verdriet, een vorm van diepe troost.
Wat als dit gebaar niet alleen een reflex was, maar een manier van de ziel om zachtjes afscheid te nemen?