De mensen van Frostwood fluisterden eerst, maar raakten al snel gewend aan het vreemde kleine gezin bij het meer.
Liam was stil en bedachtzaam, altijd bereid om Harold te helpen met het repareren van netten. Elise was het tegenovergestelde: stralend, ondeugend, vol lach die zelfs de koudste winters kon ontdooien.
Harold sprak nooit over hun oorsprong. Hij zei alleen: « Het meer levert op mysterieuze wijze geschenken. »
Achttien jaar lang verliep hun leven volgens een eenvoudig, vast ritme.
Alleen ter illustratie
Totdat er op een lentemorgen een saaie envelop arriveerde.
Liam vond het op de veranda. Binnenin stond een enkele regel met blauwe inkt geschreven: « Ze zijn van ons, en we komen ze halen. »
Harolds handen trilden. Achttien jaar vrede waren in een oogwenk verbrijzeld.
Hij staarde naar het meer en fluisterde: « Ik was bang dat deze dag zou komen. »
Een week later kwam er een zwarte SUV de besneeuwde heuvel oprijden.
Er stapten een lange man in een donkere jas uit en een vrouw met een perfecte houding en ogen die uit ijs leken te zijn gehouwen.
« Meneer Sinclair? » zei de man. « Ik ben Richard Brighton , en dit is mijn vrouw, Victoria . We moeten het over Liam en Elise hebben. »
In de hut werd de lucht zwaar.
Richard begon: « Achttien jaar geleden dwongen de omstandigheden ons tot een vreselijke beslissing. Mijn politieke carrière stond op het spel en onze kinderen waren niet veilig. We lieten ze achter waar we wisten dat een goede man ze zou vinden. »
Harolds stem werd harder. « Je hebt baby’s achtergelaten op een bevroren meer. Dat is geen bescherming, dat is verlating. »
Victoria’s toon was vlak. « We hebben DNA-bewijs, documenten – alles. Ze horen bij ons. »
Alleen ter illustratie
Op dat moment kwamen Liam en Elise binnen en hoorden de laatste woorden.
Elise’s ogen schoten vuur. « Je hebt ons verlaten, » zei ze.
Liams stem was zacht maar vastberaden. « Jullie hebben ons niet beschermd. Jullie hebben jezelf beschermd. »
Door de confrontatie barstte de stille hut open, alsof er ijs onder de voeten lag.