Zijn stem klonk als een fysieke kracht door de kamer.
Vanessa draaide zich om, haar gezicht werd bleek.
De kinderen reageerden direct en renden op hem af. Miles knielde neer en sloeg zijn armen om hen heen, voelend hoe hun kleine lijfjes tegen zijn borst trilden.
‘Hoe lang,’ vroeg hij kalm, hoewel zijn stem een ondertoon had die geen ruimte voor ontkenning liet, ‘speelt dit al?’
Vanessa had moeite met spreken. « Miles, je begrijpt alles verkeerd. »
‘Er is niets dat verkeerd begrepen kan worden,’ antwoordde hij. ‘Je was nooit alleen. Ik heb alles gehoord.’
Ze zette een stap in zijn richting, maar stopte toen hij zijn hand opstak.
‘Hier komt nu een einde aan,’ zei hij vastberaden. ‘Jullie verlaten dit huis vandaag nog.’
‘Je meent het niet,’ fluisterde ze.
‘Ja,’ antwoordde hij. ‘En als u nogmaals contact opneemt met mijn kinderen, zullen er consequenties zijn.’
Vanessa pakte zwijgend haar spullen bij elkaar, haar zelfvertrouwen volledig gebroken. De deur sloot achter haar met een laatste klik die zachtjes door de gang galmde.
Miles hield zijn kinderen vast totdat hun ademhaling rustiger werd.
‘Jullie zijn veilig,’ zei hij tegen hen. ‘Dat beloof ik jullie.’
Die avond voelde het huis anders aan. Lichter. De angst die in de hoeken was gekropen, leek te verdwijnen.
Terwijl de zon onderging en de ramen goudkleurig kleurde, begreep Miles iets pijnlijk duidelijk. Liefde werd niet afgemeten aan uiterlijkheden of beloftes. Liefde werd afgemeten aan bescherming, aan luisteren, aan handelen wanneer het er het meest toe deed.
Hij had te lang gewacht, maar niet voor altijd.
En vanaf dat moment zouden zijn kinderen nooit meer twijfelen aan zijn standpunt.