In een weelderige balzaal waar weelde heerste, was het gala « Kansen voor de Jeugd » in volle gang. Terwijl de gasten van hun avond genoten, stond een jonge vrouw op het punt hen te laten zien dat ware rijkdom niet wordt gemeten in materiële bezittingen, maar in momenten van gratie en menselijkheid.
Een dakloos kind, maar vol talent.

De twaalfjarige Camille Martin leefde op straat. Sinds ze haar ouders had verloren, moest ze rondkomen van heel weinig en deelde ze haar schamele voedsel soms met zwerfkatten. Haar enige troost? De muziek die ze door de ramen van een school hoorde en die ze noot voor noot in haar hoofd naspeelde.
Die avond, gedreven door honger, volgde Camille de verleidelijke geur van een uitgebreid feestmaal naar een hotel. Op blote voeten en in vodden gekleed, naderde ze aarzelend de deuren, gefascineerd door de majestueuze piano die midden in de kamer stond.
‘Zou ik in ruil voor een maaltijd kunnen spelen?’ mompelde ze.