En toen zag hij het.
In de weerspiegeling van de achteruitkijkspiegel was te zien hoe het kleine meisje langzaam een hand bij haar borst ophief en haar duim in haar handpalm boog, haar vingers eroverheen krulde: het internationale signaal om hulp.
De beweging was zo klein, zo subtiel, dat niemand het opmerkte. Maar Tim zag het. En op dat moment leek de wereld te vertragen.
Training gestart
Tims hartslag versnelde, maar zijn uitdrukking bleef kalm. Jarenlange ervaring had hem geleerd dat paniek de situatie alleen maar erger maakte.
Met één hand stevig aan het stuur reikte hij naar de radio die aan het dashboard was bevestigd. Zijn stem was vlak, bijna nonchalant:
« Controle, dit is bus 43. Klein mechanisch probleem. Ik stop bij de volgende halte. »
“Kopie, bus 43. Heeft u hulp nodig?” kraakte het antwoord.
« Ja. Stuur een patrouille-eenheid. »
De woorden klonken routineus, maar de boodschap erachter was duidelijk. Hij wist precies wat hij moest zeggen.
De stop die alles veranderde
Tim parkeerde de bus aan de stoeprand voor een klein koffiehuisje en zette de alarmlichten aan.
« Sorry, mensen, » riep hij met een kalme en vriendelijke stem. « Ik heb een kleine hik. Even een korte stop, niets ernstigs. »
Passagiers kreunden, mopperden over hun vertraging en schuifelden op hun stoelen. Een paar stapten uit om hun benen te strekken.
Maar in de spiegel hield Tim zijn ogen gericht op de man achterin.
« Wat is er aan de hand? », snauwde de man, terwijl hij de pols van het meisje steviger vastgreep.
« Gewoon routine, » antwoordde Tim kalm. « We verhuizen binnenkort. »
De man ontspande niet. Sterker nog, hij trok haar dichter naar zich toe.
En toen, als een gebedsverhoring, flikkerden er rood-blauwe lampjes over de glazen winkelpui. Een patrouillewagen kwam aanrijden en agenten stapten met kalme, geoefende stappen uit.