Het nieuws van die nacht verspreidde zich snel door Ashwell, hun stadje aan de rivier. Sommigen deden het af als een trucje van de kaarsen, een verschuiving van het lichaam veroorzaakt door het gewicht van het kind. Anderen zwoeren dat het iets heiligs was, het bewijs dat liefde de grens van de dood kon overbruggen.
Maar degenen die erbij waren geweest, vergaten nooit de ijzige kou die de kamer vulde, de stilte die volgde, of de onwrikbare zekerheid dat iets dat het menselijk begrip te boven ging, hun leven had geraakt.
Ze herinnerden zich het meisje dat niet van de zijde van haar vader week, dat in zijn kist klom en daar ook weer in werd omarmd.
En ze droegen de herinnering met zich mee aan een nacht waarin afscheid en wonder in elkaar overliepen, waarin de stilte van een kind luider sprak dan het verdriet zelf.