Dagen werden weken en ik bloeide op in mijn nieuwe baan.
Het café had warmte die de bakkerij nooit had – gelach, dankbaarheid en de overtuiging dat vriendelijkheid geen zwakte was.
Op een ochtend, terwijl ik een tafel aan het afruimen was, hoorde ik twee stamgasten praten over een lokale liefdadigheidsinstelling die gezinnen in moeilijkheden ondersteunde.
Een van de namen die ze noemden was de vrouw van de bakkerij – ze had onlangs onderdak en steun gevonden, dankzij donaties van vreemden.
Een maand later verscheen er een kleine envelop in het café met mijn naam erop.
Binnenin zat een briefje: « Je vriendelijkheid heeft me geholpen om te staan. Nu is het mijn beurt. »
Bijgevoegd was een cadeaubon voor het café en een handgeschreven herinnering: « Vriendelijkheid reist. Soms duurt het gewoon de lange weg naar huis. »
Ik stopte de haarspeld weer in mijn zak – niet als een teken van geluk, maar als een herinnering dat kleine handelingen luider kunnen echoën dan we ooit verwachten.