De eerste symptomen van difterie verschijnen meestal twee tot vijf dagen na besmetting. De belangrijkste signalen zijn een grijswitte aanslag in de keel, neus of op de tong, hoge koorts, keelpijn, gezwollen halsklieren en moeite met ademhalen of slikken. Als de huid geïnfecteerd raakt, kunnen er blaasjes ontstaan of diepe wonden met rode randen. Vooral mensen in landen met slechte hygiënische omstandigheden lopen dit risico.
Difterie wordt meestal overgedragen via hoesten, niezen of direct contact met iemand die besmet is. Maar ook het delen van spullen zoals bekers, kleding of beddengoed kan de bacterie verspreiden. In landen zoals het Verenigd Koninkrijk worden kinderen al sinds de jaren veertig standaard gevaccineerd tegen difterie. Daardoor is het risico voor de algemene bevolking laag.
Toch is het risico voor bepaalde groepen niet verdwenen. Het ECDC schat dat difterie onder kwetsbare mensen nog steeds kan opduiken. Zo zijn er “zakken” van mensen die niet gevaccineerd zijn, of mensen bij wie de bescherming is afgenomen.