Krentenbaard is erg besmettelijk. Je kunt het makkelijk aan anderen doorgeven, zeker bij direct contact. Kinderen die samen spelen, knuffelen of dicht op elkaar zitten, raken sneller besmet. Maar ook via spullen, zoals handdoeken of speelgoed, kan de bacterie worden overgedragen.
Niet alleen jonge kinderen kunnen krentenbaard krijgen. Mensen met eczeem, een droge huid of een zwakker afweersysteem lopen ook meer risico. Daarom is het belangrijk om alert te zijn bij symptomen.
Wat kun je doen om besmetting te voorkomen?
Als je kind krentenbaard heeft, is goede hygiëne heel belangrijk. Was regelmatig de handen met water en zeep, vooral na contact met de wondjes. Zorg ervoor dat de nagels kort blijven, zodat er niet aan de plekjes gekrabd wordt.
Ook lichamelijk contact met anderen kun je beter vermijden zolang de plekjes nog zichtbaar zijn. Zo voorkom je dat andere kinderen of volwassenen besmet raken. Let ook goed op met het delen van spullen zoals handdoeken, washandjes of speelgoed. Houd alles schoon en gescheiden.
Bij meerdere besmettingen in één gezin is het slim om handdoeken per persoon te gebruiken. Laat kinderen niet aan de plekjes peuteren. Dat maakt de kans op verspreiding groter en kan ook het genezingsproces vertragen.
