Wat bepaalt de verteringstijd?
-
Watergehalte – Hoe meer water een product bevat, hoe sneller het wordt verwerkt.
-
Vezelstructuur – Oplosbare vezels vertragen de opname van suikers, terwijl onoplosbare vezels de stoelgang bevorderen.
-
Vetgehalte – Vet vertraagt de maaglediging, waardoor vetrijke producten langer blijven liggen.
-
Eiwitten – Complexe eiwitten (zoals in vlees) vergen meer tijd en enzymen om af te breken.
-
Bereidingswijze – Gekookt, gestoomd of gepureerd voedsel wordt meestal sneller verteerd dan rauw of gefrituurd voedsel.