Een van de meest voorkomende misvattingen die McFadden tegenkomt, is de overtuiging dat stervende mensen voortdurend lijden onder honger, dorst of intense pijn. Ze legt uit dat dit meestal niet het geval is. Naarmate het lichaam het einde van het leven nadert, nemen honger en dorst vanzelf af. Het spijsverteringsstelsel vertraagt en het lichaam heeft niet langer dezelfde hoeveelheid energie of vocht nodig. Patiënten verliezen vaak hun interesse in eten en drinken, niet omdat ze worden verwaarloosd, maar omdat hun lichaam er geen behoefte meer aan heeft. Families, gedreven door liefde en bezorgdheid, voelen zich soms genoodzaakt om eten of drinken aan te moedigen, maar McFadden benadrukt dat het forceren van eten of drinken in dit stadium juist ongemak, misselijkheid of ademhalingsproblemen kan veroorzaken. Inzicht in dit natuurlijke proces kan families verlossen van onnodige schuldgevoelens en angst.
Pijnbestrijding is een ander gebied dat gekenmerkt wordt door misverstanden en angst. Hoewel sommige medische aandoeningen pijn veroorzaken, legt McFadden uit dat veel mensen in hun laatste dagen geen ernstig ongemak ervaren. Hospicezorg is specifiek ontworpen om comfort, waardigheid en rust voorop te stellen. Wanneer pijn of ongemak zich voordoet, zijn hospiceteams getraind om dit snel te herkennen en effectief aan te pakken door middel van medicatie, houding en ondersteunende zorg. Het doel is nooit om het lijden te verlengen, maar om het te verlichten. McFadden merkt ook op dat emotionele pijn vaak afneemt naarmate de dood nadert, omdat patiënten zich minder naar buiten toe richten en meer naar binnen keren. Velen slapen meer, praten minder en trekken zich geleidelijk terug uit de wereld om hen heen. Ademhalingspatronen kunnen veranderen en handen of voeten kunnen kouder worden – tekenen die verontrustend kunnen zijn om te zien, maar die deel uitmaken van het normale, natuurlijke proces en geen indicatoren van lijden zijn.