In elk huwelijk zijn er kleine mysteries — dingen die niet gezegd worden, gewoonten die we nooit helemaal begrijpen, vragen die stilletjes op de achtergrond van het dagelijks leven blijven hangen. Voor Maria was dat mysterie de blote hand van haar man.
Ze aanbad hem. Ze twijfelde nooit aan zijn liefde. Maar jaar na jaar, door verjaardagen, jubilea, vakanties en gewone dagen, kon ze niet anders dan opmerken: hij droeg nooit zijn trouwring.
In het begin vroeg ze zachtjes, half plagend, half nieuwsgierig. « Waarom draag je het niet? » zou ze zeggen, terwijl haar ogen naar zijn hand dwaalden. Hij glimlachte met die vertrouwde, geruststellende glimlach en antwoordde elke keer met dezelfde woorden:
« Ik ben het lang geleden kwijtgeraakt. De ring is niet waar het om gaat, wij zijn het. »
Het antwoord kalmeerde haar genoeg om verder te gaan, maar het wist de stille pijn in haar borst nooit echt uit. Iets ervan voelde onvolledig, als een verhaal zonder einde.