De buren glimlachten toen ze ons hand in hand zagen lopen. Voor hen waren we « verliefde oude mensen ». Maar voor mij was ze een wonder – een geschenk dat het leven me gaf toen ik niets meer verwachtte. Een les in late liefde.
Maanden verstreken, toen jaren. De littekens op haar lichaam bleven, maar ik zag de pijn er niet meer in. Ze waren als afgesloten hoofdstukken in een boek. Elke avond streek ik over haar schouders en fluisterde ze:
— Het doet geen pijn meer.
En ik wist dat hij het niet alleen over het lichaam had, maar ook over de ziel.
Samen herontdekten we de vreugde van simpele dingen: koffie drinken op de veranda, appels plukken in de boomgaard, een lamp aansteken op een regenachtige avond en hand in hand lopen. Ik begreep dat liefde niet alleen de vlam van de jeugd is, maar ook de kracht om een ander met zijn of haar wonden te accepteren, te helen en te verzorgen.
Nu ik terugkijk, weet ik: onze bruiloft op 61-jarige leeftijd was geen bevlieging, maar een tweede kans. Ik kon haar verleden niet uitwissen, maar we zijn erin geslaagd er de basis van ons leven samen van te maken. En hoewel de tijd ons rimpels en grijze haren gaf, bleven onze harten jong, in staat tot liefde. Onze echte huwelijksnacht was niet die waarin ik haar littekens ontdekte, maar die waarin ze elke volgende nacht vredig in slaap viel, ervan overtuigd dat niemand haar ooit nog pijn zou doen. Het was het grootste geschenk van mijn leven: mijn eerste liefde herontdekken en haar hand tot het einde kunnen vasthouden.