De medische apparatuur gaf plotseling een scherpe piep, de monitoren begonnen te knipperen ook ze een vreemd signaal opvingen. De hartslag steeg, de ademhaling afkomstig.
“Wat is daar?!” schreeuwde de verpleegster terwijl ze de kamer binnenrende.
De artsen verzamelen zich in paniek. Ze konden hun ogen niet geloven: op het scherm waren duidelijk de eerste zelfsturende ademhalingsbewegingen te zien.
De groeiende knipperde met zijn ogen en effectief toen zijn vingers te bewegen. De pup blafte vrolijk en wreef zijn neus tegen zijn wang, ook hij zou definitief terug in het leven willen roepen.

Niemand kon dit fenomeen verklaren — misschien beïnvloedt de bekende geur, de stem van de hond, en zijn aanwezigheid de diepste mechanismen van de hersenen, waardoor herinnering en levenswil wakker worden gemaakt.
De was zwak officier, maar werd bewust, en zijn blik gericht zich voor het eerst in lange tijd — direct op de blije Lari. Het leek ook zelfs te glimlachen.
En de artsen, nauwelijks geworden van de schok, keken elkaar aan — en één van hen zei zachtjes:
“Nou jongen… het lijkt erop dat we hem toch niet voor niets hebben laten afscheid nemen.”