De moeder sloot haar driejarige zoon telkens op in zijn kamer zodra er bezoek kwam: maar op een dag opende ze de deur en schreeuwde van schrik š±š²
Ze sloot haar zoon altijd op zodra er gasten kwamen. De jongen was pas drie jaar oud, maar de moeder wilde geen risico nemen: ooit had hij per ongeluk sap over de dure schoenen van haar vriendin gemorst, en sindsdien was ze ervan overtuigd dat het kind alleen maar āde indruk verpestteā.
Tegen de gasten glimlachte ze en zei ze dat haar zoontje bij zijn oma of op de kleuterschool was. Tegen haar zoon was ze streng en beval hem geen enkel geluid te maken. De jongen zat alleen, zijn oude teddybeer stevig tegen zich aangedrukt. Soms fluisterde hij zachtjes: āIk ben hier⦠mamaā¦ā, maar er kwam geen antwoord. Hij hoopte dat de deur zou opengaan, dat ze hem zou knuffelen ā maar dat gebeurde nooit.
Zo ging het altijd. Wanneer de gasten vertrokken, opende de moeder de deur alsof er niets aan de hand was geweest.
Maar op een dag liep alles anders. Na weer een bezoek opende ze de kamerdeur en schreeuwde van afgrijzen toen ze zag wat er was gebeurd
Die avond waren er veel gasten. Gelach en luide stemmen klonken vanuit de woonkamer. De jongen zat weer opgesloten. Hij had dorst.
Op de plank stond een plastic fles met een felgekleurde dop. Hij dacht dat het sap was ā net als wat mama hem soms gaf. Hij pakte de fles met zijn kleine handjes, draaide de dop eraf en nam gulzige slokken.
Een paar minuten later voelde hij zijn keel branden, alsof er vuur in hem brandde. Hij begon te hoesten, zijn gezicht werd bleek en hij zakte op de grond, zijn beer stevig vasthoudend.
Toen de gasten vertrokken waren, opende de moeder zoals gewoonlijk de deur. Maar in plaats van het vertrouwde beeld zag ze haar zoon bijna niet ademen, zijn lippen blauw. Naast hem lag een lege fles schoonmaakmiddel.
De vrouw schreeuwde zo hard dat de buren naar de deur renden. De artsen kwamen op tijd: het kind werd gered, maar ontsnapte ternauwernood aan de dood.