Het moment waarop je wegging, ging niet gepaard met drama. Het was stil, bijna zachtaardig. Je sloeg geen deuren dicht en hield geen toespraken. Je trok je simpelweg terug uit iets dat je innerlijke rust niet langer genoot. De volwassenheid in die beslissing wordt gemakkelijk over het hoofd gezien, omdat het niet op een triomf lijkt; het lijkt op stilte. Maar er schuilt kracht in een stille aftocht. Er schuilt waardigheid in de keuze om niet te vechten waar vechten je alleen maar zal uitputten. Er schuilt kracht in de weigering om je grenzen te rechtvaardigen tegenover iemand die er baat bij heeft dat je geen grenzen hebt.
Nadien volgde een verrassend gevoel van vrijheid. De afwezigheid van spanning voelde bijna heilig. Je merkte dat er minder verborgen onderhandelingen plaatsvonden in je dagen. Je hoefde je niet langer schrap te zetten voor subtiele eisen. Je droeg niet langer de last van andermans emotionele afrekening. Je leefde, ademde en herontdekte hoe het leven voelt wanneer het niet wordt afgemeten aan andermans verwachtingen.
De ervaring veranderde je definities – van liefde, van wederkerigheid, van moed. Je realiseerde je dat liefde je niet je gemak hoeft te kosten. Het hoeft je niet te vragen om te krimpen, te buigen of delen van jezelf op te geven. Liefde is geen boekhouding. Het is geen ruil. Het is geen deal die onder druk wordt gesloten. Echte liefde verruimt je. Het verzacht je scherpe kantjes zonder ze uit te wissen. Het verwelkomt je grenzen in plaats van ze als obstakels te beschouwen.
Je begon ook de zeldzame mensen te waarderen die geen tegenprestatie verwachten voor hun zorg. Degenen die onvoorwaardelijk steunen. Degenen die geven zonder iets terug te verwachten. Zulke mensen voelen als zuurstof nadat je te lang je adem hebt ingehouden.