Toen de leraar het lange haar van de student zag, haalde hij een schaar tevoorschijn en knipte ze. Toen de moeder van het kind echter de school bereikte, schokte wat er gebeurde iedereen.
De ochtendzon viel op het klaslokaal van de middelbare school en weerkaatste op de vloer. De jongen zat aan zijn bureau, rustig te tekenen en te wachten tot de les zou beginnen.
Dik, krullend haar was een speciaal kenmerk voor hem en deed hem denken aan het kapsel van zijn grootmoeder, dat ze « kroon » noemde. Toen de bel ging en de lerares binnenkwam, viel haar blik meteen op het lange haar van het meisje.
De leraar accepteerde deze verschijning niet. Met een strenge uitdrukking op haar gezicht bekritiseerde ze de student vaak en wees ze op de « wanorde » in zijn kleding en kapsel. Het meisje probeerde er geen aandacht aan te besteden.
Haar moeder leerde haar: « Verspil je tijd niet aan kleinzielige ruzies. »