Als alles begint te veranderen
Het begon zo stil dat ik het bijna gemist had.
Mijn dochter Emma is altijd een vrolijk meisje geweest: ze giechelt in de zon en klapt in haar kleine handjes als papa thuiskomt. Maar onlangs is er iets veranderd.
Ze stopte met lachen.
De nachten waren het zwaarst. Ze werd schreeuwend en trillend wakker, met haar armen uitgestrekt, bang voor iets onzichtbaars. Overdag weigerde ze zich te wassen, deinsde ze terug bij het minste geluid en klampte ze zich vast aan mijn haar elke keer dat ik haar neerlegde.
Stel je eerst voor dat dit niet ongebruikelijk is – misschien tandjes krijgen, misschien gewoon een fase. De moederfunctie is matig.
Toch groeide er ergens diep van binnen een stil ongemak.
Er was iets mis.
Bezoek aan de kinderarts
Op een dinsdagochtend werd ze uit haar ziekenhuiskamer gehaald.
De wachtkamer rook vaag naar ontsmettingsmiddel en kleurpotloden. Emma zat op mijn schoot, met een knuffelkonijntje in haar armen, haar ogen wijd open en moe. Toen we aan de beurt waren, begroette dokter Lewis – onze vaste kinderarts – ons met een glimlach die bijna onmiddellijk verdween toen hij haar onderzocht.
Hij controleerde haar ademhaling, hartslag, reflexen. Toen veranderde zijn uitdrukking – zijn wenkbrauwen fronsten, zijn lippen tuitten.
Hij boog zich naar haar toe en sprak zachtjes.
“Heeft uw dochter de laatste tijd tijd met iemand anders doorgebracht?”
Ik knipperde met mijn ogen. « Alleen… mijn man, soms. Als ik aan het werk ben. »
Dokter Lewis zweeg. Zijn blik ontmoette de mijne – kalm, serieus, bijna bang om te spreken.
Toen zei hij iets zachtjes waardoor mijn maag zich samentrok.
« Ik wil je niet ongerust maken, » zei hij. « Maar… installeer een camera in huis. En wat je ook doet, vertel dit niet aan je man. »
Ik verstijfde. « Waarom zei je dat? »
Hij schudde zijn hoofd en keek naar Emma, die haar konijn nog steviger vasthield.
« Vertrouw me maar, » fluisterde hij. « Je moet weten wat er gebeurt als je er niet meer bent. »
De langste nacht