Het huis was eigendom van een oudere vrouw die recent was overleden.
De buren hadden echter gemeld dat ze ’s nachts vreemde geluiden hoorden en licht zagen in de ramen — terwijl er niemand woonde.
De politie begon te vermoeden dat het huis voor illegale activiteiten werd gebruikt.
Toen de agent en Ralph het huis binnengingen, leek alles opvallend schoon.
Er lag bijna geen stof, alsof er regelmatig was schoongemaakt.
Er was geen muffe geur — integendeel, er hing een lichte lavendelgeur in de lucht.
Hun collega zocht op de tweede verdieping terwijl hij en de hond begonnen op de gang van de eerste verdieping.
Plotseling begon Ralph te blaffen en trok hij hard aan de lijn richting een muur waar een groot, donker schilderij hing — een familiefoto in oude stijl van een moeder met twee kinderen.
De hond begon luid en dreigend te blaffen, alsof er iets of iemand direct achter het doek zat.
De agent werd voorzichtig.
Hij richtte zijn zaklamp recht op het schilderij — maar zag niets bijzonders.
Toch liet het gedrag van de hond geen twijfel: er zat iets achter het schilderij.
De brigadier haalde het voorzichtig van de muur.
Wat er achter het schilderij zat, shockeerde hen.
Achter het schilderij zat een gecamoufleerde kluis.
Van metaal, ingebouwd in de muur, niet met een gewoon slot — in plaats daarvan een oud draaischijfsysteem.
Ze wachtten op toestemming van hun collega, waarna de brigadier met hulp van een inbrekersexpert, die snel ter plaatse werd geroepen, de kluis opende.
Wat ze binnen vonden, shockeerde iedereen.