“Hoe heet ze?”
“Louis.”
“Het is een mooie naam. In Frankrijk is Lodewijk de naam van koningen. Moed. Blijf hier. Ga nergens heen. Dit huis is niet meer van mij.
Tranen verschenen in de ogen van de vrouw. Maar deze keer was het uit opwinding. Voor het eerst in lange tijd voelde ze zich veilig.
Een maand is voorbij.
Het huis van Martin Delacroix was niet langer het koude toevluchtsoord van een eenzame man. Lachen, Muziek, kleine stapjes. De geur van lunch, kinderkleding op het balkon, tekeningen op de koelkast.
Martin had geen haast meer om naar Zürich te komen. De belangrijkste bijeenkomsten vonden nu plaats in de tuin, toen Louis leerde fietsen. Of ‘ s avonds, als ik verhalen voor het slapengaan lees.
Soms heb je geen wonderen nodig om het leven van iemand anders te veranderen, of misschien het jouwe. Eén sleutel is genoeg. De arm is uitgestrekt in de regen. En een rustig maar oprecht ” Ja.”