Mijn vlucht vertrok twee dagen later bij zonsopgang. Ik gaf niemand de tijd. Ik wilde een schone breuk, zonder onderhandelingen of schuldgevoel.
Op het vliegveld, met Richards oude leren tas naast me, daalde een onverwachte rust over me neer. Terwijl het vliegtuig opsteeg, fluisterde ik: « Ik doe dit, Richard. » En voor het eerst sinds zijn dood werd ik niet verpletterd door verdriet. Het gaf me kracht.
In Spanje leek het licht breder en milder. Het huis was precies zoals op de foto’s: witte muren, blauwe luiken, een terras met uitzicht op zee. Eenvoudig. Rustgevend. Een plek om op adem te komen.
Ik vond langzaam mijn draai: ochtendmarkten, koffie in de zon, mijn notitieboekje herontdekken. Toen, op een avond, ging de telefoon. Het was Sarah, mijn kleindochter.
« Oma… het spijt me. Ik heb het niet begrepen. »
Zijn stem trilde. De mijne niet.
« Bel nu. Dat is wat telt. »
Een paar weken later kwam ze me opzoeken. Samen wandelden we langs de kliffen en praatten we over onze twijfels en onze keuzes. Voordat ze wegging, zei ze tegen me: « Misschien is kiezen voor jezelf ook een manier van liefhebben. De meest eerlijke manier. »
En ik begreep dat Richards laatste geschenk wellicht dit was: de toestemming om mijn eigen leven te kiezen.