Weken later arriveerde een envelop zonder afzender.
‘Uw dochter heeft me gered,’ stond er in de brief. ‘Bescherm haar alstublieft.’
Emily keek me aan toen ik klaar was met lezen.
Gaat het goed met hem?
‘Ik denk,’ zei ik, ‘dat hij zijn best doet.’
Die avond kroop ze naast me op de bank.
‘We zijn toch nog steeds een echt gezin, hè?’ vroeg ze.
Ik kuste haar op haar voorhoofd.
‘Wij zijn de sterkste soort,’ zei ik. ‘Een soort gebouwd op liefde.’
En voor het eerst in maanden geloofde ik het.