Het plan was chirurgisch. Terwijl Razor en Diesel de lokale politie met oorverdovend gebrul afleidden, gaven Snake en drie anderen hun motoren een blok van het huis. Ze kwamen binnen als schaduwen. Een babygehuil leidde hen naar de bovenste verdieping: Leo, de jongere broer, was veilig. De kelder volgde. De slang kwam in zijn eentje naar beneden. Daar was Sarah, bewusteloos, geslagen, nauwelijks ademend. Hij tilde haar op met dezelfde tederheid waarmee hij Emma had gedragen.
Intussen had Hawk de ultieme valstrik getrokken: hij belde Miller met een vervormde stem en nam zijn bekentenis op. De agent, woedend, trapte erin en onthulde zijn bedoelingen. Toen hij thuiskwam, was er niemand meer over. Het bewijsmateriaal vloog rechtstreeks naar de staatspolitie en de media in de buurt. Er zou geen doofpotaffaire komen.
Die nacht kreeg Sarah medische hulp in Iron Het hoofdkwartier van de wolven, terwijl Emma en Leo sliepen omringd door een kring van leren beschermers. Weken later werd Miller geconfronteerd met federale aanklachten en begon de lokale corruptie af te brokkelen.
Op de veranda van het hoofdkwartier keek Sarah, die nog steeds herstellende was, toe hoe Emma vuurvliegjes achtervolgde. Met gedempte stem zei hij:
« Ik wist dat niemand me zou geloven. Tegen een gedecoreerde agent maakte hij geen schijn van kans. Maar ik heb Emma gezegd dat ze naar je moest zoeken, omdat ik wist dat je mijn kinderen zou zien voordat ik het verleden achter me liet. »
Snake keek toe hoe Grizzly zich voorover boog om het meisje een vuurvliegje in haar laars te laten vangen en antwoordde met ernst:
« Wij zijn geen helden, mevrouw. Wij zijn de monsters waar andere monsters bang voor zijn. Maar zijn dochter… zij was de dappere. »
En onder het schemerige licht, met het verre gebrul van Harleys als belofte, vond dat gebroken gezin hun ware beschermers. Ze waren niet meer alleen. Ze waren geadopteerd door een roedel die hen nooit meer los zou laten.
