
Op een middag belde zijn vrouw het kantoor, haar toon scherp en achterdochtig. Ze had hem altijd gecontroleerd en steeds weer dezelfde vragen gesteld. Meestal bood ik beleefde excuses aan en ging ik verder, maar die dag knapte er iets in mij. Ik was het zat om te doen alsof. Dus ik zei, zo kalm als ik kon: « Waarom kom je niet zelf naar hem toe – hij is hier met de nieuwe stagiair. »
Er was een lange pauze. Ik verwachtte woede, misschien zelfs tranen, maar in plaats daarvan lachte ze – een zachte, wetende lach die me overrompelde. « Oh, schat, » zei ze zachtjes, « ik weet het. Ze is eigenlijk mijn nicht. Hij helpt haar om ervaring op te doen voor haar studie. » Mijn mond viel bijna open. Alles wat ik dacht te weten, klopte ineens niet meer.
Dat moment heeft me iets geleerd dat ik nooit zal vergeten: niet alles wat we zien is wat het lijkt. Soms trekken we overhaaste conclusies zonder het hele verhaal te kennen. Ik verliet die baan kort daarna, niet uit bitterheid, maar met een vreemd gevoel voor helderheid. Het leven heeft een manier om waarheden op het juiste moment te onthullen, vaak wanneer we ze het minst verwachten.