Bereid de appelvulling:
Schil de appels en snijd ze in blokjes.
Meng de appelblokjes met 50 g suiker en 1 theelepel kaneelpoeder. Laat ongeveer 10 minuten staan zodat de appels wat sap kunnen vrijgeven.
Bereid het cakebeslag:
Klop in een grote kom 100 g suiker, 45 g boter en 40 g olie tot een glad en romig mengsel.
Voeg de 80 ml melk en 2 eieren toe en meng goed.
Meng in een aparte kom 210 g bloem, 1 theelepel bakpoeder en 1/2 theelepel kaneel.
Voeg geleidelijk de droge ingrediënten toe aan de natte ingrediënten en roer tot alles goed gemengd is.
Stel de cake samen:
Verwarm de oven voor op 180 °C en vet een bakvorm in.
Giet de helft van het cakebeslag in de voorbereide vorm.
Verdeel de appelvulling gelijkmatig over het beslag.
Giet het resterende cakebeslag over de appels en verdeel het gelijkmatig.
Bakken:
Bak 35 tot 40 minuten in een voorverwarmde oven, of tot een satéprikker die in het midden wordt gestoken er schoon uitkomt.
Laat de cake iets afkoelen voor het serveren.
