De gegeven hoeveelheid ingrediënten is voldoende voor ongeveer dertig deegballen.
Giet alle bloem in een grote kom. Maak een kuiltje van gemiddelde grootte in de bloem. Voeg voorzichtig de helft van de licht opgewarmde melk (ongeveer een halve liter), de gist, een snufje zout en een kleine hoeveelheid suiker toe. Vorm het deeg vervolgens voorzichtig en laat het vijf tot tien minuten rijzen.
Smelt ondertussen de helft van de boter, scheid de eiwitten van de eiwitten en klop ze tot stijve pieken. Voeg de resterende eidooiers, de resterende suiker en melk, de gesmolten boter en de opgeklopte eiwitten toe aan het beslag. Zet het beslag apart om te rijzen.