Deze fysiologische reactie dient geen enkel nuttig doel in onze huidige levensstijl. Behalve dat het ons vertelt dat we een jas hadden moeten meenemen, vertonen moderne zoogdieren deze aangeboren neiging nog steeds. Bijvoorbeeld wanneer ze met koud weer worden geconfronteerd. Je hebt misschien wel eens een duif gezien die zich op een koude winterdag opblaast en zijn veren uitspreidt om warm te blijven. Als dat geen bewijs van evolutie is, wat dan wel?
Bovendien zet een dier zijn vacht op als het zich bedreigd voelt, bijvoorbeeld als je een kat laat schrikken. Dit verdedigingsmechanisme is een oude aanpassing die bedoeld is om potentiële aanvallers te misleiden door de illusie van een grotere omvang te creëren.
Er is echter één kenmerk dat onmiskenbaar tekenen van evolutie vertoont.

Een bijzonder opmerkelijk bewijs voor onze evolutie vinden we in onze armen, met name in onze pezen. Bij meer dan 10-15% van de menselijke bevolking zijn pezen evolutionair gezien verdwenen, wat aangeeft dat we nog lang niet aan het einde van de evolutie zijn.
Deze pees is verbonden met een oeroude spier, de musculus palmaris longus, die voornamelijk werd gebruikt door boombewonende primaten zoals lemuren en apen om van tak naar tak te bewegen. Omdat mensen en op de grond levende apen, zoals gorilla’s, deze spier of pees niet meer gebruiken, hebben beide soorten geleidelijk aan hun interne functie verloren.