“Ik ga met je mee.”We gaan samen op zoek naar antwoorden.
Sophia, die in de deuropening stond, kwam de kamer binnen. Ze had het grootste deel van het gesprek gehoord.
“Indien nodig . “.. Ik ga met je mee”, glimlachte ze hartelijk. – Zulke reizen zijn moeilijk. Maar het is het waard.
Een paar dagen later vertrokken de drie. Eliza was niet langer hetzelfde stille meisje uit de keuken van het restaurant. Een sprankje hoop verscheen in haar ogen.
In Urichsdorf bezochten ze het archief en spraken met oudere bewoners. Ze vonden meer mozaïekfragmenten die in de loop der jaren waren verspreid.
Uiteindelijk bevonden ze zich in het oude huis waar Eliza ‘ s moeder, Anna, ooit had gewoond. Een oudere vrouw die haar moeder al sinds haar jeugd kende, gaf hen een doosje met een brief en een medaillon erin.
Eliza herkende hem meteen. Ze zag het op haar moeders nek toen ze een kind was.
Er stond maar één zin in de brief.:
Liefde verdwijnt nooit. Ze wacht tot je haar vindt.”
Eliza glimlachte door haar tranen heen. Ze keek Adam aan.
“Denk je dat papa ons ziet?”
“Ik weet zeker dat het zo is,” antwoordde hij, terwijl hij zijn hand op haar schouder legde.
De lucht boven Urichsdorf was helder. De zon scheen zachtjes, alsof hij wilde zeggen: “Je bent eindelijk thuis.”
Op deze dag ontving Eliza niet alleen haar broer.
Ze kreeg het verleden, antwoorden en-voor het eerst-hoop voor de toekomst.