Michael Rowan nam elke zaterdagochtend dezelfde route naar Greenwood Hill Memorial Gardens in Phoenix, toen de lucht helder en zacht werd en het licht zich over het rode land begon uit te strekken.
Twee jaar lang liep hij met een bos witte lelies langs de poort, met de langzame, bedachtzame stappen van een man die moeite heeft zichzelf bij elkaar te houden.
Michael was vroeger een van de meest energieke ondernemers van Arizona. Hij leek te floreren op lange dagen en ambitieuze ambities, en zijn bedrijf, Rowan Supplies, leverde aan bouwplaatsen van Phoenix tot Tucson. Maar alles in zijn leven stortte in toen hij het contact met zijn tweelingdochters Ava en Lily verloor.
De ooit zo zelfverzekerde man droeg nu een gewicht dat hem niet meer losliet, met zijn hoofd naar beneden en zijn schouders rond.
De namen van de meisjes stonden gegraveerd op twee identieke marmeren gedenktekens die naast elkaar op de gedenkplaats stonden. Toen Michael hoorde dat zijn meisjes permanent van hem gescheiden waren door een ernstig incident buiten de staat, had hij ze daar neergezet.
Hij richtte een eigen gedenkplaats op om met hen te communiceren, hen eer te bewijzen en een manier te vinden om verder te gaan met zijn leven. Hij had immers geen antwoorden, geen zekerheid en geen manier om met hen in contact te komen.

Elke zaterdag ging hij op een naburige stoel zitten, knielde, veegde het marmer af met een zachte doek en plantte de lelies.
Hij mompelde: « Hallo, mijn meisjes. » « Papa is hier. »