Een rusteloze ochtend
Marc Delcourt had een imperium opgebouwd uit glas en staal.
Op zijn eenenvijftigste bezat de vastgoedmagnaat torens die tot in de wolken reikten, hotels die glinsterden als spiegels en landgoederen waarvan de poorten de wereld afsloten.
Elk aspect van zijn leven werd met precisie beheerd: vergaderingen werden tot op de minuut gepland, maaltijden werden tot in de puntjes verzorgd, emoties werden verborgen achter gepolijste manieren.
Maar die ochtend voelde er iets… niet goed.
Het begon als een subtiele spanning in zijn borst, een gevoel van onbehagen dat maar niet wilde verdwijnen. Hij kon het niet verklaren. Zijn agenda gaf aan dat hij voor zonsondergang aan de andere kant van de stad zou zijn, voor een andere belangrijke investeringsvergadering. Toch voelde hij een onverklaarbare drang – een gefluister uit een diepe, woordloze plek:
“Ga naar huis.”
Marc was geen man die in intuïtie geloofde. Getallen waren logisch. Instincten niet. Maar het gevoel werd steeds zwaarder, bijna fysiek, totdat logica het niet langer kon onderdrukken.
Hij klapte halverwege zijn laptop dicht, pakte zijn sleutels en vertelde zijn chauffeur dat hij terugging naar zijn landgoed.
Hij wist nog niet dat deze beslissing – zo klein en irrationeel – voorgoed zijn kijk op het leven zou veranderen.
Het lege landhuis
De poorten van de residentie Delcourt zwaaiden open met hun gebruikelijke mechanische gratie. Het was stil in het landhuis – te stil.
Hij verwachtte het verre gezoem van stofzuigen, de vage geur van meubelpoets. Maar toen hij door de marmeren gang liep, voelde hij de stilte.
Toen hoorde hij vaag iets: gelach.
Kindergelach.
Marc fronste. Er waren geen kinderen in zijn huishouden. Niet sinds zijn eigen dochter jaren geleden naar Londen vertrok.
Hij volgde het geluid door de lange gang naar de woonkamer. Zijn voetstappen weerkaatsten tegen de koude stenen vloer.
De onverwachte scène
Toen Marc de hoek om kwam, bleef hij stokstijf staan.
Midden in zijn grote woonkamer – die versierd was met geïmporteerde kunst en minimalistische perfectie – zat Elena , zijn huishoudster. De jonge vrouw keek eerst geschrokken, maar toen verscheen er weer een zachte glimlach op haar lippen.
Om haar heen zaten drie kinderen , op blote voeten, met kleine bordjes eten en open schriften verspreid over de lage salontafel.