Ik stopte bij McDonald’s voor een snelle maaltijd toen ik toevallig een moeder hoorde die zachtjes tegen haar kleine meisje praatte. Het kind keek naar haar op en vroeg: « Kunnen we hier eten, alsjeblieft? » Ze bestelden een enkele hamburger en namen plaats aan het tafeltje naast de mijne. Uit haar tas haalde de moeder voorzichtig een kleine thermoskan tevoorschijn en schonk wat thee leek te zijn voor haar dochter.

Terwijl ik daar zat, hoorde ik zachte flarden van hun gesprek. Ze kwamen net van een afspraak in het ziekenhuis en de moeder had net genoeg geld begroot voor hun buskaartje naar huis.
Ze had de hamburger niet gekocht omdat ze geen honger hadden, maar omdat haar dochter altijd al ‘één keer’ McDonald’s had willen proberen. Het kleine meisje nam langzame, verrukte happen en genoot van elke hap alsof het iets buitengewoons was. Haar moeder keek haar aan met een vermoeide maar trotse glimlach, de lijnen van liefde en vermoeidheid duidelijk op haar gezicht geëtst.