De grote balzaal glinsterde als een paleis. Kristallen kroonluchters baadden de muren in goud en gelach weergalmde onder het gezoem van violen. De elite van de stad verzamelde zich in zijde en parfum, dronk champagne en vierde het succes van Alejandro Domínguez – een jonge miljonair die bekend staat om zijn charme, fortuin en arrogantie.
Onder het hotelpersoneel dat zich voorbereidde op de avond was Clara Morales, de stille conciërge die vijf lange jaren had besteed aan het schoonmaken van dezelfde marmeren vloeren, genegeerd door dezelfde mensen die hen op hakken liepen die gepolijst waren tot een spiegelglans.
Voor de meeste gasten was ze onzichtbaar – gewoon een ander uniform op de achtergrond. Maar die nacht had het lot andere plannen.
Een wrede grap in een kamer vol gelach
Toen Clara klaar was met het dweilen van een hoek van de balzaal, gleed er een emmer uit haar hand en morste water over het geïmporteerde tapijt. Er viel een stilte over de gasten, gevolgd door gegrinnik.
« Oh jee », sneerde een vrouw in gouden pailletten. « De meid heeft het decor verpest. »
Het gelach verspreidde zich als een lopend vuurtje. Alejandro draaide zich om naar het geluid. Toen hij Clara zag, glimlachte hij – diezelfde zelfvoldane glimlach die nooit zijn ogen bereikte – en besloot haar deel uit te laten maken van het entertainment.
Hij gebaarde naar een rode zijden jurk die op een mannequin werd getoond – een meesterwerk uit zijn nieuwe luxelijn.
‘Ik heb een voorstel voor je,’ zei hij spottend. « Als je in die jurk past, trouw ik met je. »
De menigte barstte los. Glazen rinkelden, gelach klonk.
Clara stond verstijfd. Hitte klom naar haar wangen en even voelde het gelach alsof het haar verpletterde. « Waarom zou je zoiets wreeds zeggen? » fluisterde ze, haar stem bevend.
Alejandro haalde zijn schouders op, zijn ogen glinsterden van zelfvoldaan geamuseerdheid. « Omdat sommige mensen moeten onthouden waar ze thuishoren. »
Het orkest hervatte het spel, de kamer ging verder, en toch stond de tijd stil voor Clara.
De vonk van een belofte
Die avond, toen de lichten dimden en de gasten wegdreven, bleef Clara alleen hangen in de nu lege zaal. Ze staarde naar haar spiegelbeeld in het glas, haar ogen rood maar fel.
« Ik weiger een grap te zijn », fluisterde ze in zichzelf. « Op een dag zul je naar me kijken – niet met gelach, maar met respect. »
Vanaf dat moment deed ze zichzelf een belofte.
Ze zou veranderen – niet voor hem, niet voor wraak, maar voor zichzelf.