Haar minnaar viel haar zwangere vrouw aan in het ziekenhuis, maar ze had geen idee wie haar vader was…
Emily Harper, acht maanden zwanger, zat stil in haar ziekenhuiskamer in het Riverside Medical Center in Chicago. De muren waren lichtblauw, de vage geur van ontsmettingsmiddel hing in de lucht en het vage gepiep van de hartmonitor herinnerde haar aan het kleine leventje dat afhankelijk was van haar gemoedsrust. Ze had zichzelf in het ziekenhuis opgenomen met een hoge bloeddruk en onregelmatige weeën, in de hoop dat een paar dagen rust haar baby zouden beschermen. Alleen liggend in haar ziekenhuisbed, trok ze afwezig cirkels op haar buik en fluisterde beloften dat alles goed zou komen, hoewel ze niet zeker wist of ze die wel geloofde.
Slechts een paar maanden eerder leek haar leven stabiel. Zij en haar man, Daniel Harper, waren jong getrouwd en hadden samen een rustig leven opgebouwd. Hij werkte bij een financieel bedrijf in het centrum; zij gaf les op een plaatselijke basisschool. Maar onlangs was alles veranderd. Nachtelijke vergaderingen, een onbekende parfum op zijn shirts en gesprekken op afstand hadden vermoedens in waarheid veranderd. Daniel had een affaire – met Olivia Brooks, een ambitieuze senior associate bij zijn bedrijf, bekend om haar scherpe intellect en nog koudere ambitie.
Toen Emily hem confronteerde, ontkende Daniel het niet. Hij zei simpelweg dat hij zich « gevangen » voelde en vertrok, waardoor ze niets anders overhield dan stilte en een kinderkamer vol onbeantwoorde vragen.
Nu, opgesloten in haar ziekenhuiskamer, probeerde Emily zich staande te houden. Maar die fragiele stilte werd verbroken toen, laat in de middag, de deur openging. Olivia stond daar, gekleed in een nauwsluitende marineblauwe jurk, haar uitdrukking dreigend en beheerst.
« Dus dit is waar je je verstopt, » zei Olivia, terwijl ze een stap naar voren deed. « Denk je dat deze baby hem terug zal laten komen? Je houdt hem alleen maar tegen. »
Emily probeerde op te staan, haar hart bonkte. « Ga alsjeblieft weg. »
Olivia’s ogen brandden. Ze greep Emily’s arm en trok haar naar voren. « Je verdient hem niet… »
« Ga bij haar weg. »
Een diepe stem sneed door de chaos. Emily draaide zich om. Een lange man in een donkere jas stond in de deuropening. Zijn blik was vastberaden, gericht op Olivia.
« Wie ben jij? » snauwde Olivia.
Hij gaf haar geen antwoord. Zijn blik – kalm, geconcentreerd – bleef op Emily gericht.
En op dat moment voelde ze iets vreemds. Geen angst.
Herkenning .
De man kwam de kamer binnen, beheerst maar met een opvallend gereserveerde blik. Zijn naam was Thomas Reed – Emily besefte dat ze hem eerder had gezien, op een vervaagde foto die haar moeder in een oude doos bewaarde. Emily’s moeder sprak nooit veel over Emily’s vader, ze vermeldde alleen dat hij was vertrokken voordat Emily twee was. Ze had gedacht dat hij voorgoed weg was.
En toch was hij er.