Wanneer iemand van wie we houden overlijdt, komt een van de moeilijkste momenten niet op de begrafenis, maar in de rustige dagen die volgen wanneer we hun kast openen.
De geur, de kleding, de schoenen netjes op een rij… Alles voelt bevroren in de tijd. Het is pijnlijk om onder ogen te zien, maar op de een of andere manier geruststellend. Elk shirt, elke sjaal draagt een verhaal met zich mee, een stukje van hun leven dat ooit het onze heeft geraakt.
Voordat je besluit alles weg te geven of dingen weg te gooien, moet je even pauzeren. Er zijn vier kleine dingen in die kast die je nooit mag weggooien. Want soms leven herinneringen meer in stof dan in foto’s.
1. Hun favoriete kledingstuk

Het kan een versleten trui zijn, een jasje of zelfs een vervaagde jurk. Je zou kunnen denken: « Het is oud, het maakt niet meer uit. » Maar dat doet het wel. Dat kledingstuk draagt hun warmte letterlijk en emotioneel. Als je het vasthoudt, herinner je je hun gelach, hun geur en de manier waarop ze eruit zagen toen ze het droegen.
Bewaar het veilig. Vouw het voorzichtig op. Op een dag, wanneer het ondraaglijk voelt om ze te missen, zal het vasthouden van dat stuk troost bieden zoals geen woorden dat kunnen.