ADVERTISEMENT
ADVERTISEMENT
ADVERTISEMENT

We stopten om te tanken toen een medewerker van het tankstation naar me toe kwam en me een briefje gaf: “Ren bij hem weg, zeg dat je naar het toilet gaat en verdwijn…”

We reden al urenlang over de snelweg. Hij was geïrriteerd, sprak nauwelijks, en ik probeerde geen gesprek te beginnen — de laatste tijd was hij veranderd, alsof hij een ander mens was geworden.

Toen de brandstofmeter bijna op nul stond, stopten we bij het dichtstbijzijnde tankstation. Mijn man stapte uit, en ik bleef in de auto zitten.

Na een minuut kwam een medewerker in een blauw uniform naar het raam en vroeg me beleefd om even uit te stappen om de bon te ondertekenen.

Ik nam het papier uit zijn hand — en merkte meteen dat het geen bon was. Op het briefje stond kort en duidelijk geschreven:

“Ren bij hem weg. Zeg dat je naar het toilet gaat en ga. Snel.”

Eerst dacht ik dat het een slechte grap was. Maar toen ik de man in uniform aankeek, schudde hij nauwelijks merkbaar zijn hoofd en keek met zijn ogen naar mijn man. Op dat moment begreep ik wat hij bedoelde — en doodsbang rende ik weg

Op dat moment zag ik het: op de mouw van mijn man zat een vlek die op bloed leek.

En in de kofferbak, die hij net had geopend, zaten ook rode sporen.

Mijn hart bonsde. Ik kreeg er maar één zin uit:

— “Ik… ga even naar het toilet.”

Hij knikte, zonder me aan te kijken. Ik liep langzaam richting het gebouw van het tankstation, terwijl ik probeerde kalm te blijven.

Binnen wachtte dezelfde medewerker al op me — met een telefoon in zijn hand.

Hij fluisterde:

Als je wilt doorgaan, klik op de knop onder de advertentie ⤵️

Advertentie
ADVERTISEMENT

Laisser un commentaire