Op een herfstmiddag wikkelde ik Noah in zijn blauwe deken en kleine wollen muts. Gouden bladeren knarsten onder de wielen van de kar terwijl we liepen, de lucht fris maar draaglijk. Al snel stak de wind echter op en Noachs gejammer veranderde in huilen.

Mijn hart klemde zich vast. Hij had honger, had het koud en was te ver van huis om te wachten. Toen zag ik een café aan de overkant van de straat, verlicht met warm licht. Ik voelde me opgelucht. Ik ging haastig naar binnen, bestelde een latte om plaats te nemen en vroeg de manager waar het toilet was.

Geïrriteerd wees hij met zijn vinger terug. Maar toen ik bij de deur kwam, verstijfde ik bij het zien van het handgeschreven opschrift: « Gesloten ». Noah’s geschreeuw weergalmde luider en luider en weerkaatste tegen de muren. Ik had geen andere keuze dan aan een tafel in de hoek te gaan zitten en hem stevig vast te houden.

Ik probeerde hem discreet onder een deken te voeren, maar de beslissing was snel genomen.

« Werkelijk? Hier? » siste een van de vrouwen. « Ga naar huis als je het wilt doen! » mompelde de man. « Dit is geen plek voor kinderen », gromde iemand anders.

Noah’s vuisten sloegen op mijn borst en zijn snikken groeiden. Mijn wangen brandden toen het gefluister overging in openlijke klachten. Toen kwam de manager naar hem toe en zijn stem klonk koud:

« Mevrouw, dat kunt u hier niet doen. Als je niet stopt, moet je vertrekken. »

Het woord « ga weg » trof me als ijswater. Buiten waaide een snijdende wind, 20 minuten thuis, en het kleine lichaampje van mijn baby beefde van de honger. Ik klemde mijn armen op elkaar om hem te omhelzen. Mijn hart schreeuwde het uit: « Laat me alsjeblieft mijn baby voeden. »

Op dat moment ging het geluid van de deurbel van het café. Drie mannen kwamen binnen, zachtjes lachend. Ik bereidde me voor op een ander kritiekpunt. In plaats daarvan liepen ze rechtstreeks naar mijn tafel.

De langste man keerde de kamer zonder een woord te zeggen de kamer de rug toe en schermde me af. De anderen voegden zich bij hem en vormden een stille muur om mij en Noah heen.

Ik knipperde met mijn ogen, verbijsterd. « Wat ben je aan het doen? » fluisterde ik.

Een glimlachte vriendelijk. « Je voedt je baby. Wij zullen ervoor zorgen dat je het in alle rust kunt doen. »

Wordt vervolgd op de volgende pagina 👇

Als je wilt doorgaan, klik op de knop onder de advertentie ⤵️

Advertentie