Na een spannende tijd vol onzekerheid heeft oud-nieuwslezer Jan de Hoop eindelijk duidelijkheid gekregen over zijn gezondheid. De 70-jarige presentator, die vorige maand werd getroffen door een hartinfarct, kreeg deze week te horen dat zijn hart geen blijvende schade heeft opgelopen. Het nieuws brengt zichtbaar opluchting – niet alleen bij Jan zelf, maar ook bij zijn fans en collega’s.
In RTL Boulevard vertelde Jan openhartig over zijn controlebezoek bij de arts. “Ik ben gisteren bij de dokter geweest en dan maken ze een hartfilmpje en een echo. En nu blijkt dat mijn hart niet beschadigd is geraakt bij het infarct”, aldus de voormalig RTL Ontbijtnieuws-presentator.
Zware ochtend op de camping
Het hartinfarct kwam eind juni volledig onverwacht. Jan was op vakantie en genoot van zijn rust op een camping toen het misging. “Ik werd wakker met pijn in mijn borst, kaak en keel,” vertelde hij eerder aan Radio Gelderland. “Ik heb toen op internet opgezocht wat dat kon zijn en dacht: dit is foute boel.”
Wat volgde was een angstige en surrealistische ervaring. “Het is een beetje gênant, maar toen kwam er een ambulance met gillende sirene de camping op,” zei Jan met zijn kenmerkende nuchterheid. Op dat moment wist hij nog niet wat hem precies mankeerde, maar dat het ernstig was, voelde hij aan alles.
De oud-nieuwslezer werd met spoed naar het ziekenhuis gebracht, waar hij werd opgenomen voor verdere onderzoeken en behandeling. Zijn hartklachten bleken inderdaad het gevolg van een infarct. Iets waar je op je 70ste natuurlijk altijd een beetje bang voor blijft. Toch bleef Jan ook toen opvallend rustig en positief.
Groot risico, gelukkig goed afgelopen
Bij een hartinfarct bestaat altijd de kans op blijvende schade aan het hart. Soms sterft een deel van het hartspierweefsel af, wat leidt tot verminderde pompkracht. Dit kan grote gevolgen hebben voor iemands energie, conditie en zelfs levensverwachting. Jan was zich daar terdege van bewust. “Ik was best zenuwachtig, want door zo’n infarct kan het hart voor een deel afsterven en dan kun je heel veel niet meer.”