Stel je voor: je kinderen zijn vrolijk aan het tekenen op de stoep, ze maken regenbogen, zonnetjes en misschien zelfs een meesterwerk van een eenhoorn. Maar dan komt er een boa aan en—hoppa—plotseling wordt hun kunstwerk beschouwd als een overtreding. Klinkt als een scène uit een slechte komedie, maar in meer dan 300 Nederlandse gemeenten is dit realiteit. Stoepkrijten is op veel plekken officieel verboden en kan je een boete opleveren.
Waarom mag stoepkrijten niet overal?
Ooit was stoepkrijten een onschuldige kinderactiviteit. Je pakte een paar krijtjes, ging naar buiten en versierde de straat met spelletjes of tekeningen. De regen waste alles vanzelf weer weg. Toch hebben veel gemeenten stoepkrijten in de ban gedaan, vooral om ongewenste reclame en vandalisme tegen te gaan.
Kans op een boete
In de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van je gemeente kun je terugvinden of stoepkrijten verboden is. Officieel kan er een boete van 150 euro worden uitgedeeld, plus 9 euro administratiekosten. De kans dat een boa daadwerkelijk zo’n boete uitschrijft, is klein, maar het is niet onmogelijk. Je wilt niet de ouder zijn die een officiële brief op de mat krijgt omdat je kind een hartje op de stoep heeft getekend.
