Toen Jessica ermee instemde om een Vaderdagdiner te organiseren met beide kanten van de familie, hoopte ze dat het een gevoel van vrede zou brengen – misschien zelfs een nieuw begin. Maar die hoop werd verbrijzeld toen haar schoonmoeder, Evelyn, in woede uitbarstte.
Ze beschuldigde Jessica van bedrog en weigerde dramatisch een DNA-test, bewerend dat Willa niet de dochter van haar zoon was. De kamer werd stil, alle ogen gericht op Jessica’s kalme moeder, Joan, die onbewogen bleef.
De spanning was voelbaar, maar Joans constante aanwezigheid sprak boekdelen.
Met stille vastberadenheid deelde Joan zachtjes de waarheid: James was onvruchtbaar en Willa was verwekt met behulp van een donor.
Evelyns harde beschuldigingen verpulverden in een oogwenk, haar bitterheid kwam aan het licht. Maar James hield stand.
Hij maakte duidelijk dat biologie niet de determinatie was van zijn band met Willa – liefde wel. Zij was in alle opzichten zijn dochter. Zijn woorden veranderden de sfeer in de kamer en herdefinieerden wat het werkelijk betekent om een gezin te zijn.