Opioïden
Opioïden, die vaak worden gebruikt om chronische pijn te behandelen, staan bekend om hun negatieve effecten op het cognitief vermogen en het geheugen. Deze medicijnen kunnen de zuurstoftoevoer naar de hersenen verminderen en de neuronale functie vertragen, waardoor ‘hersenmist’ ontstaat. Ze hebben ook invloed op het limbisch systeem, dat verband houdt met emoties en geheugenvorming. Een passende pijnbestrijding, met inbegrip van niet-opioïde therapieën en nauwlettende controle van de patiënt, kan helpen deze risico’s te minimaliseren.
Medicijnen tegen hoge bloeddruk
Sommige bloeddrukverlagende medicijnen, met name bètablokkers, kunnen de cognitieve functie en het geheugen aantasten. Doordat ze de activiteit van het sympathische zenuwstelsel verminderen, vertragen ze de overdracht van neuronale impulsen. Dit heeft invloed op de alertheid en het onthouden van nieuwe informatie. Aanbevolen wordt een aanpak te hanteren waarbij de bloeddruk nauwlettend in de gaten wordt gehouden en medicijnen worden gekozen met een lager cognitief risicoprofiel.
Statines
Statines, die worden gebruikt om het cholesterolgehalte te reguleren, worden in verband gebracht met gevallen van verwardheid en vergeetachtigheid. Als de cholesterolroutes in de hersenen verstoord raken, kan dat gevolgen hebben voor hersencellen die essentieel zijn voor de vorming van zenuwverbindingen. Het is van cruciaal belang om een balans te vinden tussen het verlagen van cholesterol en de mogelijke cognitieve impact van deze medicijnen.