In de emotionele caleidoscoop van ouderschap draagt elk gesproken woord bij aan het opbouwen of afbreken van het zelfvertrouwen van onze kinderen. In de hectiek van dagelijkse verantwoordelijkheden is het gemakkelijk om zomaar wat te zeggen zonder ons te realiseren wat de diepgaande impact ervan is op deze opgroeiende zieltjes.
Dit artikel wil een baken zijn voor ouders die een communicatie willen creëren die het zelfvertrouwen, de autonomie en de zelfverzekerdheid van hun kinderen stimuleert, zonder daarbij de valkuilen van kwetsende woorden, opzettelijk of onopzettelijk, te riskeren.
Een paar jaar geleden was ik in het park getuige van een scène die een diepe indruk op me maakte. Een jongetje met geschaafde knieën huilde terwijl zijn vader, zichtbaar ongemakkelijk door de tranen, riep: « Wees een vent! » De stilte die volgde op deze berisping was luider dan het gehuil van het kind. Dit moment was een keerpunt voor me. Ik besefte hoeveel onze instinctieve reacties, gevormd door onze eigen opvoeding en de maatschappij, van invloed kunnen zijn op hoe onze kinderen zichzelf zien en met hun emoties omgaan. Dit zette me ertoe aan om opnieuw te evalueren hoe ik met mijn eigen kinderen communiceer, op zoek naar alternatieven die hun emotionele welzijn ondersteunen. Zinnen die je beter kunt vermijden en hun alternatieven
“Een grote jongen huilt niet!”
Deze zin houdt de stigmatisering van emoties bij jongens in stand en suggereert dat het onacceptabel is om kwetsbaarheid te tonen. **Alternatief:** « Ik begrijp dat je bang was… »
“Pas op, je gaat vallen!”
Hoewel goed bedoeld, kan deze waarschuwing een gebrek aan vertrouwen in hun kunnen aanwakkeren. **Tip:** Moedig voorzichtigheid constructief aan, door te begeleiden in plaats van te waarschuwen.