Een zoektocht leidde Lana naar Riverview Camp, een oud zomerverblijf dat in 1984 door een particuliere stichting was gekocht. Daar vond ze het gebouw van de foto. In de grond buiten, verse voetafdrukken – klein, van een kind. Binnen, een jongen van niet ouder dan tien, bleek en mager, die zichzelf Jonah noemde. Hij wist zijn echte naam niet meer. « Ze hebben het meegenomen, » zei hij. « Ben je hier om me mee te nemen? »
Lana bracht Jonah naar het station. Hij herkende gezichten in het jaarboek: Marcy, Sam, Lana zelf. « Je had moeten komen, » zei hij. « Dat is geluk. »
Ondertussen vond forensisch onderzoek nog een foto in de bus: vier kinderen rond een kampvuur, één met een donkere huid en kort haar. « Hij bleef. Hij koos ervoor om te blijven », stond er op het briefje. Lana herleidde de naam naar Aaron Develin, die nu rustig in het stadje woonde. Toen hij ermee werd geconfronteerd, bekende Aaron: « Niet iedereen wilde weg. Ik was degene die bleef toen anderen probeerden te ontsnappen. Ik heb er lang in geloofd. »
Aaron leidde Lana naar de ruïnes van het oorspronkelijke heiligdom, waar de kinderen oorspronkelijk naartoe werden gebracht. Daar, onder een ingestorte balk, vond Lana een bundel: een cassetterecorder, een armband en een kindertekening – « We zijn er nog. »
Aaron wees naar een tweede pad. « Daar hebben ze de jongeren na de brand naartoe gebracht. Ze noemden het geen heiligdom meer. Ze noemden het Haven. »
Lana volgde de kaart en vond een verborgen luik in de wortels van een door bliksem gespleten ceder. Beneden leidde een tunnel naar een netwerk van kamers: stapelbedden, tekeningen aan de muren en een centrale kamer met vijftien bureaus. In het midden bevond zich een afgesloten kast met een lesplan: « Gehoorzaamheid is veiligheid. Herinnering is gevaar. »
In een afgesloten kamer vond Lana honderden foto’s en een muurschildering van een meisje dat door bomen rent – Cassia, een naam die herhaald werd in aantekeningen en documenten. Cassia, zo bleek, overleefde en leefde onder een nieuwe identiteit als Maya Ellison, een stille vrouw die de boekwinkel van het stadje bestierde. Toen Lana haar de muurschildering liet zien, huilde Maya. « Ik dacht dat ze een verhaal was dat ik mezelf had verteld. Ik heb nooit geloofd dat ik het was. »
Drie overlevenden – Nora, Kimmy en Maya – werden herenigd. Ze spraken over de anderen, over gewiste herinneringen en vergeten namen. Sommigen waren gestorven, sommigen waren gevlucht, en sommigen waren misschien nog ergens, wachtend om gevonden te worden.
Er staat nu een nieuw bord bij Morning Lake: « Ter nagedachtenis aan de vermisten. Aan hen die in stilte wachtten – jullie namen worden herdacht. » En in de stilte komt het stadje Hallstead County weer tot adem, wetende dat sommige verhalen, hoe diep begraven ook, altijd hun weg naar het licht zullen vinden.